‘Gevreesde doorbraak in AI vond al in 1991 plaats’
Artificial intelligence, oftewel AI, gaat ons in de toekomst veel brengen. Op dit moment zorgt kunstmatige intelligentie er al voor dat we de juiste resultaten krijgen voorgeschoteld op Google, dat een Tesla zelf kan rijden en parkeren en dat we tal van medische problemen kunnen begrijpen.
Toch bestaat er ook angst voor AI. Computers denken vele malen sneller dan mensen. Zo werd de meervoudig wereldkampioen van een bepaald bordspel op een gegeven moment compleet afgemaakt door een AI-computer die het spel had leren spelen.
De angst bestaat dat AI op een gegeven moment een algeheel bewustzijn krijgt en dus niet voor één specifieke toepassing. In theorie zou AI zo een bedreiging kunnen gaan vormen voor de mens, omdat menselijke hersenen bij lange na niet zijn opgewassen voor de computer en we dus geen controle meer hebben.
Volgens AI-pionier Jürgen Schmidhuber heeft AI echter al lang een algeheel bewustzijn gekregen. En niet recentelijk, maar al in 1991.
Risico’s van AI: fictie of echte dreiging?
We weten nog niet goed hoe ver we kunnen komen met AI. Het idee dat er op een gegeven moment een machine is die moedwillig, met eigen bewustzijn, de mens een hak wil zetten of zelfs wil vernietigen, is vooralsnog voorbehouden aan slechte science fiction-films.
Ook in de wetenschap bestaat er nog vrij weinig aandacht voor dit onderwerp, hoewel dit de laatste jaren, mede onder aanvoering van Elon Musk, enigszins begint te veranderen. Het is dan ook niet geheel een gek idee dat we op een dergelijk punt kunnen komen.
Als er nu al robots zijn die wereldkampioenen in hun spel kunnen verslaan na enkele oefenpotjes, waarom zou je dit dan niet kunnen doortrekken op een grotere schaal? Het probleem is dat we niet kunnen voorspellen hoe de ontwikkeling gaat verlopen en welke stap uiteindelijk echt zou leiden tot een algeheel bewustzijn dat beslissingen kan nemen om zelf te overleven, in plaats van de mens bijvoorbeeld.
Jürgen Schmidhuber
Jürgen Schmidhuber is een Zwitserse wetenschapper die al sinds de jaren ’80 bezig is met AI. Volgens hemzelf zijn er al machines met bewustzijn en heeft hij zelfs zelf meegewerkt aan de ontwikkeling hiervan. Al snel zou je denken aan een excentrieke persoon die zichzelf een schouderklopje wil geven, maar Schmidhuber is wel degelijk iemand die zijn strepen verdiend heeft, met toepassingen van hem die nu gebruikt worden door onder meer Microsoft, Google en IBM.
In 1991 bouwde Schmidhuber met een team een netwerk dat op basis van acties uit het verleiden kon voorspellen wat er in de toekomst zou gaan gebeuren in deze zelfde afgesloten omgeving.
Het is echter de vraag of je dit kunt zien als bewustzijn, omdat inmiddels de meeste AI-systemen al een vrij uitgebreid zelflerend vermogen hebben, zonder dat we deze zien als een bewuste machine.
Of was het toch een bewustzijn?
Ook de interviewers van INVERSE twijfelden of je een dergelijk zelflerend systeem mag zien als bewust. Ze legden de vraag voor aan Schmidhuber, die met het volgende antwoord kwam: “Een belangrijk punt is dat het apparaat het merkt wanneer er iets altijd aanwezig is dat interacties aangaat met de omgeving: namelijk het apparaat zelf.”.
Om de data efficiënter te kunnen verwerken is het handig wanneer het apparaat zichzelf tijdens interacties een soort symbool geeft ter herkenning. Ook wanneer het apparaat op zoek gaat naar nieuwe trends, terugkerende gebeurtenissen en dergelijke, is het bezig zichzelf te herkennen en coderen. In wezen is dit, aldus Schmidhuber, een eigen bewustzijn.
Wij zelf zijn niet overtuigt van zijn punt. Hoewel je puur theoretisch een punt kunt maken voor zijn argument, doelen we met een bewustzijn duidelijk op iets heel anders: namelijk een machine die zelf kan nadenken en beslissingen kan nemen op basis van deze gedachten, bijvoorbeeld om te overleven of een ander apparaat/organisme te beïnvloeden.